Mijn naam in de Volkskrant (ook niet meer dan dat hoor; maar tóch! Leuk!) (in het kader van de Sideluck Potshow van afgelopen zaterdag):
De diashow is terug, en hip. Mét eten
Hij is overgewaaid uit Amerika: de diashow nieuwe stijl. Met goede fotografen en iedereen die iets te eten meeneemt. Het resultaat: dia-geluk.
Merel Bem – 6 juni 2011, 06:00
Zeg ‘diashow’ en de meeste mensen rennen gillend weg, de zouteloze avonden met 180 miljoen vakantiefoto’s van de buurman te vers in het geheugen.
Het was de intieme sfeer niet ten goede gekomen, maar: al die mensen hadden zaterdag aanwezig moeten zijn in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam, waar voor tweehonderd man de eerste Nederlandse editie van de Slideluck Potshow plaatsvond.
De wat? De Slideluck Potshow, oftewel: de rehabilitatie van de diashow. De term is een husseling van slideshow en potluck. Dat eerste woord spreekt voor zichzelf, het tweede is de aanduiding van een typisch Amerikaans fenomeen: een gezamenlijke maaltijd waarbij iedereen iets te eten meeneemt, het liefst zelfgemaakt.
De Slideluck Potshow bestaat uit lekker eten en foto’s kijken, met als idealistische basisprincipes: ‘strengthening the community through food and art’ en laagdrempeligheid.
Het idee ontstond elf jaar geleden in Seattle, in het achtertuintje van Casey Kelbaugh, een optimistische en ietwat dromerige Amerikaanse fotograaf. Hij was zaterdag aanwezig bij de Nederlandse première van wat begon als een kleinschalige bijeenkomst van creatieve vrienden en binnen een paar jaar uitgroeide tot een wereldwijd en fanatiek gesponsord fenomeen.
Het hoofdkwartier van Slideluck Potshow zit tegenwoordig in New York, waar de diashows in elkaar worden gezet en worden voorzien van door de fotografen uitgekozen muziek. Kelbaugh bezoekt alle edities, van Panama tot Milaan.
Vreemde eend
Voor deze eerste Nederlandse editie had de organisatie (aangevoerd door fotograaf Corinne de Korver) Edie Peters gevraagd om het programma samen te stellen. De oprichter van het digitale fotografieplatform PhotoQ liet op drie grote schermen in totaal 32 fotoseries voorbij komen, de meeste door hemzelf uitgekozen, sommige ‘opgelegd’ door een van de sponsoren, het fotoagentschap WIN.
Dat leidde hier en daar tot een vreemde eend in de bijt, maar stond ook garant voor aangename levendigheid. De show, een mix van documentaire-, reclame en autonome fotografie, bleef in elk geval verre van de door Peters in zijn korte introductie gehekelde ‘hokjesgeest’.
Hij begon sterk, met een serie jaren zestig foto’s over eten uit het Spaarnestad Fotoarchief. En hij eindigde nog sterker met een haast hallucinerende trip van architectuurfotograaf Iwan Baan over een flatgebouw in Caracas, waarbij de muziek een geweldige toevoeging was. Tussendoor kwamen series van uiteenlopende fotografen als Morad Bouchakour, Irene Cécile, Jeroen Toirkens en Anouk Kruithof voorbij, alle voorzien van muziek.
‘Ik heb het gevoel dat ik in één klap weet wat er speelt in de Nederlandse fotografie’, zei een glunderende Kelbaugh na afloop van de show, die door de zaal enthousiast werd ontvangen. Ook Corinne de Korver was blij. ‘Zo’n internationaal evenement miste ik wel een beetje in Nederland’, zei ze.
Er bestaat een nieuw woord: dia-geluk. Niet gillen, maar gaan. De volgende Nederlandse Slideluck Potshow is in oktober.